Techniek EHBO | Terug
E.H.B.O. staat voor Eerste Hulp Bij Ongevallen. Deze techniek zorgt dat je een goede basis hebt om mensen een eerste verzorging te geven bij ongevallen. Als bijvoorbeeld iemand een erstige hoofdwonde heeft, dan kan je deze eerst verzorgen zodat hij erna naar de dokter kan gaan.
Voor Teervoet moet je kennen: verzorgen van een huidwonde, een brandwonde, een bloedneus, een tekenbeet en een verstuiking. Je kan leggen: een driehoeksverband aan arm, hand en voet. Je kan de verschillende evacuatietechnieken uitvoeren: pompiersgreep, stoeltje, op de rug dragen en ondersteuning. Verder ken je de telefoonnummers van de hulpdiensten (112) en het antigifcentrum (070 245 245).
Voor 2e Klas moet je kennen: de vier stappen in EHBO en eenvoudige geneesmiddelen. Je kan doen: de Rautekgreep en stabiele zijligging. Je kan leggen: de kruisverbanden, het scharnierverband, het spiraalverband en alle driehoeksverbanden. Je kent de beginselen van verstikking en reanimatie.
Huidwonden | Top
Huidwonden zijn beschadigingen van de huid, waarbij de normale samenhang van de huidlagen verbroken wordt. Dit gaat samen met bloedverlies, hetgeen komt omdat de bloedvaatjes beschadigd zijn. Afhankelijk van de plaats en diepte van de wonde kunnen ook aders of zelfs slagaders getroffen zijn. Verder is er ook pijn. Dit komt door de talrijke zenuwen in de huid die instaan voor de waarneming van pijn. De hoeveelheid pijn hangt af van het aantal zenuwuiteinden dat werd geraakt. Hoe meer zenuwuiteinden werden geraakt, hoe sterker de pijn. De meest voorkomende wonden zijn schaafwonden, snijwonden en steekwonden, ook de verzorging van deze wonden moet gekend zijn.
Schaafwonden | Terug
Een schaafwonde is een heel oppervlakkige wonde, waarbij enkel de bovenste huidlaag is afgeschaafd. Het wordt meestal veroorzaakt door het glijden over een ruw oppervlak, bijvoorbeeld bij het vallen met de fiets. Een schaafwonde doet vaak veel pijn, dit komt er veel zenuwuiteinden beschadigd zijn. De wonde is rood, maar bloed niet fel en is er zit meestal vuil (zand, kleine steentjes …) in de wonde.
Snijwonden | Terug
Een snijwonde is een wonde die veroorzaakt wordt door een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een mes of een glasscherf. Bij een oppervlakkige snijwonde zie je een kleine insnijding en een lichte bloeding. De wondranden zijn scherp afgelijnd. Diepe snijwonden bloeden hevig. Er is een diepe verwonding te zien. Een snijwonde is meestal niet zo pijnlijk.
Steekwonden | Terug
Bij een steekwonde zie je aan de buitenkant meestal niet zoveel, behalve een klein puntje. De wonde gaat wel heel diep. Je krijgt een steekwonde door bijvoorbeeld op een spijker te stappen.
Verzorging | Terug
Je kan al deze huidwonden op dezelfde manier verzorgen.
- Laat het slachtoffer zitten.
- Zorg er voor dat je niet in aanraking komt met bloed of andere lichaamsvloeistoffen van het slachtoffer. Als het slachtoffer geen ernstige bloeding heeft, was dan eerst je handen met water en vloeibare zeep en doe wegwerphandschoenen aan als dat kan. Je vermindert op die manier de kans dat ziektekiemen die op je handen zitten in de wonde terechtkomen.
- Als de wonde nog niet vanzelf gestopt is met bloeden, stelp dan eerst de bloeding door rechtstreeks op de wonde te drukken. Hiervoor kan je een drukverband gebruiken.
- Spoel de wonde met zuiver koud stromend water van de kraan. Als er geen kraan in de buurt is, gebruik dan ander drinkbaar water.
- Laat het water rechtstreeks op de wonde stromen om het vuil uit de wonde weg te spoelen. Blijf spoelen tot er geen vuil meer in de wonde zit. Wrijf nooit in de wonde.
- Droog de huid rond de wonde af, maar kom niet aan de wonde zelf.
- Dek de wonde af met een steriel kompres. Als je geen steriel kompres hebt, gebruik dan een propere, droge doek. Je kan het vastmaken met kleefpleister of door middel van een spiraalverband.
- Was je handen na het verzorgen
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Brandwonden | Top
Een brandwonde is een beschadiging van de huid en eventueel de onderliggende weefsels ten gevolge van warmte, koude of warme wrijving, elektriciteit, straling of chemische producten. De brandwonden zijn onderverdeeld onder 3 graden: de 1e graad, de 2e graad en de 3e graad.
1e graad | Terug
Hierbij is enkel de opperhuid beschadigd. De huid gaat er rood uit zien en kan ook licht gezwollen zijn.
Verzorging
Begin direct met de brandwonde zo´n 10-15 minuten onder koel of lauw stromend water te houden, zodat de wonde wordt afgekoeld. Richt de waterstraal enkele centimeters boven de brandwonde en laat het water over de wonde stromen. Blijf koelen tot de pijn verlicht is. Daarna smeer je Flamigel over de wonde en breng je een steriel kompres aan.
2e graad | Terug
Bij een tweedegraadsbrandwonde worden er blaren gevormd, als de blaren openspringen zie je een rode of witte wonde. De tweedegraads brandwonde is zeer pijnlijk, omdat zowel de opperhuid als de lederhuid beschadigd zijn. Rond de tweedegraads brandwonden bevinden zich vaak eerstegraads brandwonden.
Verzorging
Indien de blaren groter zijn dan een muntstuk van €1 of op een gevoelige plaats liggen (ogen, geslachtsdelen, ...) spreekt men van een ernstige brandwonde. Koel de wonde met stomend water, leg nadien een nat wondverband aan (zie driehoeksverband). Doe geen Flamigel op de wonde en breng het slachtoffer naar het ziekenhuis.
In het ander geval spreekt men van een lichte brandwonde. Zoals bij de 1e graad hou je de brandwonde eerst onder koel of lauw stromend water. Indien de blaren niet opengesprongen zijn, prik ze dan niet open! Daardoor vergroot je het infectiegevaar. Indien de blaren wel opengesprongen zijn, moet je de wonde reinigen en verzorgen zoals een huidwonde. Doe Flamigel op de brandwonde en breng een steriel kompres aan.
3e graad | Terug
Deze brandwonde ziet er zwart uit. Het is niet pijnlijk, aangezien de hele huid verbrand is en alle zenuwuiteinden zijn vernietigd. Rond de derdegraadsbrandwonde liggen echter vaak eerstegraads- en tweedegraadsbrandwonden die wél pijnlijk zijn.
Verzorging
Hierbij doe je zoals bij de ernstige tweedegraadsbrandwonde: koel de wonde af met koel of lauw stromend water. Verwittig bij een derdegraadsbrandwonde zeker de hulpdiensten.
Bloedneus | Top
Je krijgt een bloedneus na een slag of stoot op je neus, door hevig te niezen of te snuiten, in je neus te peuteren, door de warmte of de zon, een vreemd voorwerp in je neus ... Een bloedneus is meestal ongevaarlijk, maar als het bloed in de keelholte loopt of het bloeden niet stopt wordt de situatie ernstig.
Verzorging
Laat het slachtoffer zitten met het hoofd lichtjes voorovergebogen. Zorg dat hij door de mond ademt. Laat hem gedurende 10 minuten ononderbroken de neusvleugel dicht tegen het neustussenschot (net onder het neusbeen) knijpen (zie figuur). Steek geen watten in de neus! Zorg dat het slachtoffer de eerste uren zijn neus niet snuit of in de neus peutert, hierdoor kan de bloedneus opnieuw beginnen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Tekenbeet | Top
Een teek kan niet springen of vliegen maar hangt aan planten of gras te wachten tot hij zich op een mens of dier kan laten vallen om bloed te zuigen. Een tekenbeet op zich is doorgaans niet gevaarlijk, maar de teek kan wel een rol spelen in het overbrengen van verschillende ziektes, zoals de ziekte van Lyme. Als een teek minder dan 24 uur op het lichaam is gebleven, is de kans dat het slachtoffer de ziekte van Lyme krijgt onbestaande.
Een tekenbeet is niet pijnlijk en wordt vaak niet of enkel toevallig opgemerkt. Het is belangrijk dat je tijdens het wassen op kamp altijd grondig conroleert op teken; teken zitten meestal in de nek, oksels, knieholten, liesstreek, op het hoofd of op de enkels. Na enkele uren begint de beet te jeuken en een volzogen teek is ongeveer even groot als een erwt.
Verzorging
- Verwijder de teek zo snel mogelijk met een tekentang.
- Spoel de wonde uitgebreid met stromend water.
- Ontsmet de wonde met een niet-verkleurend ontsmettingsmiddel.
- Volg op! Noteer de datum van de beet en plaats van de wonde. Teken met stylo een cirkel rond de tekenbeet en volg op of er geen rode kring op de huid verschijnt.
- Ga naar een arts als er een rode vlek of kring op de huid verschijnt in de eerste weken na de tekenbeet of als er zich andere ziektetekenen voordoen zoals koorts of gewrichtspijn.
Verstuiking | Top
Dit gebeurt als de gewrichtsbanden worden uitgerokken of zelfs gescheurd, het gewrichtskapsel wordt beschadigd of omgevende bloedvaten, zenuwen en andere weefsels worden beschadigd door slecht neerkomen bij een val, verkeerde beweging, omslaan van de enkel ... Het slachtoffer heeft pijn en kan het getroffen lidmaat maar moeilijk gebruiken. Het kan zwellen en blauw kleuren.
Verzorging
Bij een verstuiking moet je de ICE-regel toepassen:
- ICE = ijs: Afkoelen gedurende 15 minuten door onder koud stromend water te houden, het onder te dompelen, een plastiekzak met ijsblokjes op houden, een Cold Pack gebruiken, ...
- I = Immobilisatie: het lichaamsdeel onbeweeglijk houden door te stoppen met de lichaamsbeweging en te rusten.
- C = Compressie: aanbrengen van een licht drukkend verband.
- E = Elevatie: het lichaamsdeel hoog houden, bijvoorbeeld het slachtoffer op de grond laten liggen met zijn been op een stoel.
Verbanden | Top
Alle verbanden worden met een zwachtel gemaakt. Na het aanleggen van het verband, moet je nagaan of je het niet te los of te strak hebt aangelegd. Een te los verband verliest zijn functie, een te strak verband belemmert de doorbloeding. De belangrijkste verbanden zijn de kruisverbanden, het scharnierverband, het spiraalverband en de driehoeksverbanden.
Kruisverbanden | Terug
Dit zijn drukkende verbanden zodat het ondersteunt, immobiliseert en de zwelling tegengaat. Zorg dat de hand of de voet in een natuurlijke positie staat die niet ongemakkelijk is en geen pijn doet.
Aan de hand:
Aan de voet:
Scharnierverbanden | Terug
Dit wordt gebruikt voor een elleboog of knie. Het verband zit zodanig dat het gewricht nog makkelijk kan geplooid worden.
Spiraalverbanden | Terug
Dit verband wordt gebruikt bij een wonde of letsel aan een lidmaat.
Driehoeksverbanden | Terug
Aan de hand:
Aan de arm:
Aan de voet:
Als draagdoek (de laatste 2 stappen zijn niet noodzakelijk, door het extra verband is de arm stabieler):
Evacuatietechnieken | Top
Verschillende situtaties hebben verschillende verplaatsingstechnieken, hier zie je de belangrijkste. Een belangrijke regel is echter: verplaats een slachtoffer niet nodeloos! Je kan makkelijk dingen verergeren door een slachtoffer te verplaatsen. Indien het een levensbedreigende situatie is, zoals bij een brand, is het belangrijk het slachtoffer zo snel mogelijk te verplaatsen. Indien het echter een niet-levensbedreigende situatie is, mag het enkel indien je bijvoorbeeld naar een kraan moet met het slachtoffer of als deze in een auto moet om naar de dokter te rijden. De belangrijkste zijn methoden zijn pompiersgreep, lendegreep, stoeltje, op de rug dragen, ondersteuning en Rautekgreep.
Pompiersgreep | Terug
Stoeltje | Terug
- Hurk neer aan weerszijden van de slachtoffer.
- Schuif een arm onder zijn/haar oksels en laat je hand op de schouder van je partner rusten, zo ondersteun je de rug van de slachtoffer. Je partner heeft zijn/haar juiste hand nog vrij.
- Schuif je andere arm onder de knieeën van de slachtoffer, je partner doet hetzelfde met dezelfde hand, en neem voor de stevigheid de pols van de andere redder vast.
- De redder met de vrije hand gebruikt deze om het gekwetste lidmaat van het slachtoffer te ondersteunen.
- Til nu vanuit de hurkzit, waarbij je de kracht haalt uit je benen en je rug recht houdt en loop dan weg.
Op de rug dragen | Terug
Nog een makkelijke manier van vervoeren is gewoon het slachtoffer op je rug dragen.
- Ga hiervoor voor het slachtoffer staan zodat je beiden in dezelfde richting kijkt.
- Laat het slachtoffer de armen rond je hals slaan.
- Buig door je benen terwijl je het slachtoffer op je rug helpt, met de benen boven je heup.
- Ondersteun de benen.
Ondersteuning | Terug
Deze techniek gebruik je indien het slachtoffer moeilijk kan stappen indien hij bijvoorbeeld zijn voet heeft omgeslaan.
Alleen:
- Ga langs de niet-gewonde zijde staan.
- Plaats je ene hand rond de rug of heup van het slachtoffer.
- Leg de arm van de gewonde over je schouder en neem de pols vast.
- Ondersteun het slachtoffer terwijl je langzaam gaat stappen.
- Pas je bewegingen aan die van het slachtoffer aan, hij geeft het tempo aan.
Met twee:
- Leg de armen van het slachtoffer om de schouders van de 2 hulpverleners.
- Neem elk een hand van het slachtoffer vast.
- Leg je vrije arm om de heup van het slachtoffer
- Stap op dezelfde manier als je met alleen zou stappen.
Rautekgreep | Terug
Deze greep pas je toe in een noodsituatie waar een slachtoffer die bewusteloos is moet geëvacueerd worden.
Stap 1
- Leg de armen tegen het lichaam aan.
- Kniel achter het hoofd van het slachtoffer.
- Schuif één hand onder de hals en de andere tussen de schouderbladen.
Stap 2
- Hef het hoofd en schouders voorzichtig op en schuif zelf dichterbij.
- Til de rug van het slachtoffer op en breng het in zittende positie. Ondersteun het slachtoffer aan de schouders.
- Steek je beide handen onder de oksels van het slachtoffer en grijp één voorarm van het slachtoffer, neem met je ene hand de pols vast en met je andere hand de onderarm voor de elleboog. Neem indien mogelijk de niet gekwetste arm.
Stap 3
- Plaats jezelf vervolgens in hurkzit, zonder de arm van het slachtoffer los te laten. Het slachtoffer zit nu tussen je gespreide benen. Zorg dat je voeten lichtjes gespreid staan om een beter steunvlak te hebben.
- Druk de armen van het slachtoffer goed tegen de borstkas.
Stap 4
- Kom met gestrekte rug recht en trek het slachtoffer mee omhoog tot het op je dijbeen steunt.
- Stap achterwaarts. Sleep je been waarop het slachtoffer rust. Wees voorzichtig, aangezien je zelf niet ziet waar je stapt en geen hand vrij hebt om te steunen!
- Breng het slachtoffer neer een veilige plaats.
Slachtoffer neerleggen (omgekeerde volgorde)
- Ga eers in lichte spreidstand staan.
- Zak dan door je knieën, met gestrekte rug, tot in hurkzit.
- Laat de arm van het slachtoffer los.
- Ondersteun de schouders.
- Ondersteun het hoofd en de hals.
- Leg het slachtoffer voorzichtig neer.
Vier stappen in EHBO | Top
Elke situatie vraagt om eenzelfde gestructureerde aanpak, ondanks dat de situatie telkens erg verschillend kan zijn. Die aanpak verloopt in een stappenplan dat bestaat uit vier stappen. Ze helpen je om de situatie goed in te schatten en op een gepaste manier hulp te verlenen.
Stap1: Veiligheid eerst!
Je moet altijd eerst goed waarnemen of de situatie wel veilig is. Vraag wat er gebeurd is en gebruik je zintuigen. Wat zie je, wat ruik je, wat hoor je?
Zorg voor:
- Veiligheid van jezelf
- Steek de straat niet over zonder te kijken.
- Leg gevaarlijke voorwerpen weg, zodat niemand zich er kan aan verwonden.
- Zorg ervoor dat je niet in aanraking komt met bloed of andere lichaamsvloeistoffen van het slachtoffer.
- Veiligheid van het slachtoffer: verplaats het slachtoffer enkel als het in gevaar is én als je zelf geen gevaar loopt.
- Veiligheid van omstaanders: probeer om omstaanders op een veilige afstand te houden.
Stap 2: Vaststellen van bewustzijn en ademhaling
Stel het bewustzijn vast:
- Schud zacht aan de schouders van het slachtoffer.
- Vraag luid: “Is alles oké?”
Het slachtoffer reageert: als het slachtoffer reageert dan is het slachtoffer bij bewustzijn.
- Laat het slachtoffer liggen in de houding waarin je het gevonden hebt. Verplaats het slachtoffer alleen als er gevaar dreigt.
- Probeer te weten te komen wat er mis is met het slachtoffer.
- Haal hulp als dat nodig is.
- Controleer de toestand van het slachtoffer regelmatig.
Het slachtoffer reageert niet: als het slachtoffer niet reageert dan is het slachtoffer bewusteloos.
- Roep luid om hulp!
- Controleer de ademhaling van het slachtoffer. Draai het slachtoffer op de rug en open de luchtweg door het hoofd achterover te kantelen en de kinlift toe te passen. (zie ademhaling controleren)
Stap 3: Verwittig de hulpdiensten
Verwittig een volwassene, een arts of bel 112. Als je 112 belt, is het belangrijk dat je volgende informatie doorgeeft:
Wat?
- Vertel wat er gebeurd is (een verkeersongeval, brand …).
- Kijk of er nog gevaar is (bv. benzinelek, het slachtoffer zit gekneld …).
Waar?
- Straat, huisnummer en gemeente (ook het postnummer als je dat kent).
- Herkenningspunten (kruispunt, kerk, winkel …).
Wie?
- Aantal slachtoffers.
- Informatie over de slachtoffers (bv. kind, bejaarde, zwangere vrouw …).
- De toestand van de slachtoffers (bewustzijn, ademhaling, ernstige bloedingen …).
Stap 4: Verleen eerste hulp
- Als het slachtoffer bewusteloos is, maar wel nog normaal ademt, leg je het in stabiele zijligging.
- Als het slachtoffer bewusteloos is en niet meer normaal ademt, is er reanimatie nodig.
- Blijf bij het slachtoffer en praat ermee. Leg voorzichtig uit wat er gebeurd is en wat er nog gaat gebeuren. Geef geen voedsel of drank aan het slachtoffer.
Stabiele zijligging | Top
Als een slachtoffer bewusteloos is, maar wel normaal ademt, dan leg je het in stabiele zijligging. In deze houding blijven de ademhalingswegen van een bewusteloos slachtoffer vrij.
- Zorg ervoor dat de benen gestrekt zijn.
- Verwijder de bril van het slachtoffer als dat nodig is.
- Kniel naast het slachtoffer.
- Neem de arm die het dichtst bij jou ligt en leg hem in een rechte hoek naar boven zoals op de tekening. (1)
- Neem nu de verste arm bij de hand.
- Druk de rug van de hand tegen de wang die het dichtst bij jou is. Blijf de hand zo vasthouden. (2)
- Neem het been vast dat het verste van je af ligt. Je neemt het been het beste vast net boven de knie en aan de buitenzijde van het been.
- Trek de knie omhoog: De voet moet wel op de grond blijven. Hou het been vast. (3)
- Als je nu het been dat je vast hebt naar je toe trekt, zal het slachtoffer naar je toe rollen en op de zij blijven liggen.
- Leg het bovenste been in een rechte hoek zoals op de tekening. (4)
- Kantel nu voorzichtig het hoofd zodat de luchtweg geopend wordt. (5)
- Zorg ervoor dat de mond naar de grond gericht is, anders kan het slachtoffer stikken in bloed of braaksel.
- Hou de toestand van het slachtoffer in het oog.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geneesmiddelen | Top
Flamigel
Flamigel kan gebruikt worden als wondzalf voor de behandeling van lichte wonden (bv. schaafwonden en snijwonden), oppervlakkige open wonden en oppervlakkige eerstegraadsbrandwonden (veroorzaakt door zonnebrand of bestraling).
Flexium
Flexium is een geneesmiddel tegen pijn en ontsteking van botten en gewrichten. De zalf wordt aanbevolen voor het verlichten van pijn bij ontstekingen van botten en gewrichten, pijnlijke aandoeningen van spieren en gewrichten en (sport)letsels zonder open wonden (kneuzingen, verstuikingen, verrekkingen ...)
Isobetadine
Isobetadine wordt gebruikt voor de verzorging van traumatische en chronische wonden, en brandwonden. Deze oplossing is ideaal voor de ontsmetting van oppervlakkige, weinig diepe wonden, maar ook voor ontsmetting van de gezonde huid.
Pijnstillers
Dafalgan, Paracetamol en Ibuprofen zijn de meest gebruikte pijnstillers. Pijnstillers verzachten niet alleen de pijn, maar hebben ook een koortsverlagend effect.
Imodium
Imodium is een middel tegen diarree. Imodium werkt alleen daar waar het nodig is, namelijk in de darm. Imodium stopt diarree meestal binnen enkele uren.
Verstikking | Top
Dit kan voorkomen als er een voorwerp of voedsel of drank in de ademhalingswegen zit. Dit kan zeer gevaarlijk zijn, aangezien het kan lijden tot overlijden aangezien het slachtoffer niet (goed) meer kan ademhalen. Het eerste wat je dan moet proberen is op de rug slaan. Indien op de rug slaan niet lukt moet het Heimlich maneuver toegepast worden.
Op de rug slaan | Terug
- Ga schuin achter het slachtoffer staan.
- Steek een arm onder de oksel van het slachtoffer, ondersteun met je hand de borstkas en buig het slachtoffer goed naar voren. Zo zal het voorwerp naar buiten komen als het losschiet, en niet dieper in de ademhalingswegen terechtkomen.
- Moedig het slachtoffer aan om te hoesten en geef met de hiel van je andere hand 5 stevige slagen tussen de schouderbladen van het slachtoffer
Heimlich maneuver | Terug
Dit maneuver is heel drastisch en mag niet zomaar toegepast worden als oefening, doe het dus enkel als het echt moet! Pas het ook niet toe bij zwangere vrouwen of baby´s.
- Ga achter het slachtoffer staan, sla je armen om zijn middel en laat hem iets naar vooroverbuigen.
- Plaats je vuist boven de navel van het slachtoffer en pak met je andere hand deze vuist vast. Trek nu je vuist (hard) naar binnen en omhoog, alsof je hem probeert op te tillen.
- Voer deze beweging maximaal vijf keer achter elkaar uit.
- Is het probleem hiermee nog niet opgelost, geef dan afwisselend vijf slagen tussen de schouderbladen en vijf buikstoten.
- Bel meteen 112 als de blokkade in de luchtwegen is opgeheven. Bij buikstoten volgens de Heimlich-manouvre bestaat er altijd kans op inwendig letsel, ook als je deze correct hebt uigevoerd. Naderhand moet dus altijd een arts bezocht worden
Reanimatie | Top
Indien je bij een slachtoffer toekomt moet je eerst het bewustzijn controleren. Dit doe je door zacht aan de schouders van het slachtoffer te schudden en luid te vragen “Is alles oké?”. Indien het slachtoffer niet reageert is het bewusteloos. Je roep luid op hulp en je moet de ademhaling controleren van het slachtoffer.
Indien het slachtoffer geen hartslag heeft, moet je zo snel mogelijk de hulpdiensten bellen en zeggen dat je bij een slachtoffer zit die bewusteloos is en geen ademhaling heeft. Ondertussen begin je met de reanimatie.
Wanneer het hart stopt met kloppen, valt de bloedcirculatie in het lichaam stil. Hierdoor ontstaat er in allerlei vitale organen een tekort aan zuurstof. Bij reanimatie zorg je voor een toevoer van bloed naar het hart en de hersenen, en voor de circulatie van zuurstof in het bloed. Hiervoor moet je eerst de ademhalingswegen vrijmaken. Daarna doe je 30 borstcompressies en vervolgens 2 mond-op-mond beademingen. Blijf hartmassages en mond-op-mondbeademingen afwisselen tot de hulpdiensten er zijn.
Ademhaling controleren | Terug
Ademhalingswegen vrijmaken en kinlift
Bij een bewusteloos slachtoffer moet je zo snel mogelijk de ademhalingswegen vrijmaken, omdat de spieren van het slachtoffer hun spanning verliezen. Daardoor bestaat het gevaar dat de tong in de keelholte zakt.
- Ga naast het slachtoffer zitten.
- Leg een hand op het voorhoofd van het slachtoffer.
- Druk met je hand op het voorhoofd en kantel het hoofd voorzichtig naar achteren (= hyperstrekking), zo vloeit zuurstof optimaal binnen.
- Plaats de vingertoppen van je andere hand onder de punt van de kin van het slachtoffer.
- Til de kin omhoog om de luchtwegen te openen (= kinlift). Druk niet in het zachte gedeelte onde de kin, daardoor kan het slachtoffer moeilijker ademen.
Contoleer de ademhaling
- Breng je oor dicht bij mond en neus van het slachtoffer terwijl je naar de borstkas kijkt. Hoe het hoodt tijdens deze controle gekanteld.
- Kijk of de borstkas op-en neergaat.
- Luister aan de mond en neus van het slachtoffer.
- Voel met je wang of er ademhaling is.
- Doe dit maximaal 10 seconden.
Borstcompressie | Terug
- Leg het slachtoffer op zijn rug op een harde ondergrond. Kniel naast het slachtoffer. Neem plaats ter hoogte van de schouders.
- Plaats de hiel van je ene hand in het midden van de borstkas van het slachtoffer.
- Plaats de hiel van je andere hand boven op je eerste hand. Haak je vingers in elkaar. Zorg ervoor dat je geen druk zet op de ribben van het slachtoffer. Druk ook niet op de bovenstreek van de buik of op het uiteinde van het borstbeen.
- Zorg ervoor dat je schouders recht boven de borstkas van het slachtoffer staan. Duw met gestrekte armen het borstbeen 4 à 5 cm loodrecht naar beneden.
- Laat elke keer de borstkas weer volledig naar boven komen. Zo kan er bloed terugstromen naar het hart. Laat je handen niet van het borstbeen loskomen of verschuiven.
- Het indrukken en ontspannen van de borstkas moet even lang duren. Geef zo een 30 hartmassages aan een tempo van 100 tot 12o hartmassages per minuut. Het kan helpen om hardop te tellen.
Mond-op-mondbeademing | Terug
- Kantel het hoofd van het slachtoffer naar achteren en voer de kinlift uit. Hierdoor open je de luchtweg.
- Laat je hand op het voorhoofd van het slachtoffer liggen. Knijp met je duim en wijsvinger de neus van het slachtoffer dicht. Blijf met je andere hand de kinlift aanhouden en laat de mond een beetje opengaan.
- Adem normaal in, buig voorover en sluit je mond goed over de mond van het slachtoffer.
- Blaas gelijkmatig lucht in de mond en kijk intussen of de borstkas naar boven komt. Neem ongeveer 1 seconde tijd per beademing.
- Hou het hoofd van het slachtoffer nog steeds gekanteld en blijf de kinlift aanhouden. Richt je hoofd op en kijk of de borstkas terug naar beneden gaat met het uitademen.
- Adem opnieuw normaal in en geef een tweede beademing.