Techniek Kompas en Azimut | Terug
Kompas Algemeen
Rond de aarde is er een magnetisch veld, en de Noord- en Zuidpool vormen hiervan de polen. Een kompas is een instrument dat door middel van dit magnetisch veld kan aanwijzen in welke richting deze polen liggen. Er is wel een verschil tussen het magnetische en het geografische Noorden, zie hiervoor Techniek Kaartlezen.
Het kompas bestaat in vele vormen, om op verschillende manieren te kunnen gebruiken. De basis is echter steeds een magnetische kompasnaald die vrij kan ronddraaien. De kant die naar het noorden wijst, is vaak rood, of op een andere manier opvallend gemarkeerd. De naald bevindt zich in een met vloeistof gevulde kompasring, die je zelf kunt ronddraaien in de rest van de behuizing. Op de behuizing staat een afleespunt, en in dezelfde richting een richtingspijl of zelfs een visier. De kompasring is voorzien van een kompasroos met windstreken en een gradenverdeling.
De goede werking van een kompas hangt af van de magnetische velden van de aarde. Daarom is het belangrijk dat je het kompas steeds ver weg houdt van andere voorwerpen die een magnetische invloed kunnen hebben: de gesp van je riem, een horloge, metaal in je zakken, maar ook grotere voorwerpen, zoals je fiets of elektriciteitsmasten. Ga ook niet onder de elektriciteitsleidingen staan als je een kompas wil gebruiken.
Nadat je het kompas hebt gedraaid, heeft de kompasnaald altijd even tijd nodig om de juiste positie te vinden. Je moet dus even wachten op het inspelen van de naald voordat je het kompas verder probeert in te stellen.
Soorten kompassen
De meest gebruikte kompassen zijn het Silva kompas en het Lensatic kompas.
Silva kompas
Dit kompas is heel praktisch en gemakkelijk te gebruiken. Het heeft ook een van pas komend meetlatje. Het is doorzichtig, dus je kan het op je kaart leggen en erdoor kijken. Een belangrijk nadeel is echter dat je er heel slecht mee kan schieten. Je schiet er dus best niet mee, maar houd hem in je hand bij het lopen van een azimut.
Lensatic komas
Dit kompas is wat groter en lomper dan het Silva kompas. Hij is echter heel praktisch om te schieten, zie verder bij azimut. Indien je wil schieten doe het kompas open en plooi je de duimring helemaal naar beneden. Dan steek je er je duim door en leg je je wijsvinger onder het kompas. Zo heb je hem goed vast. Eerst zet je de graden goed, om dan door de schietgleuf te kijken, zodanig dat deze gleuf volledig de schietdraad omvat. Dan zoek je een voorwerp (een speciale boom ofzo) waar je op schiet en je kan vertrekken.
Azimut
Azimut doen
Indien je op een tocht een azimut krijgt, is dit onder de vorm van: 61°, 5,3 cm. Dit betekent dat je in de richting van 61° 5,3 cm (=1060 m, zie Techniek Kaartlezen) moet stappen.
Leg je kompas mooi plat op je gestrekte hand, zodat hij evenwijdig met de grond is.
Stel dan de hoek in op je kompas door de draaibare cirkelrand te draaien tot de gewenste graden aan het afleespunt staat.
Draai dan rond je as terwijl je de kompas op dezelfde manier vasthoudt. Blijf draaien tot het rode stuk van de naald, die het Noorden aanduid, terug wijst naar de 0° van het Noorden. Nu sta je gericht naar 61°.
Indien je niet te ver op 61° een herkenningspunt kan zien, vb een lantaarnpaal, kan je hierop "schieten". Je gaat hier naartoe terwijl 2 personen hun passen tellen om de 1060 m te doen. Hier aangekomen doe je exact hetzelfde. Indien je voor een grote weide staat, blijf je best rechtdoor stappen terwijl je zorgt dat de rode naald op je kompas naar het Noorden blijft wijzen.
Na het toekomen op elk herkenningspunt neem je best een tegenazimut (zie Techniek Kaartlezen) om te zien of je wel juist hebt gewerkt.
Hindernis overschrijden
Indien je bij het lopen van een azimut een hindernis tegenkomt, vb een rivier die je moet overbruggen maar die te breed is om over te springen, moet je wat trucs uithalen. Je kan hier zwaar wiskundige formules op los laten, maar de makkelijkste manier is toch deze:
Aangekomen bij de hindernis laat je een herkenningspunt achter (een stok in de grond). Je stapt dan evenwijdig met de hindernis tot het punt waar je kan oversteken. Dan tel je bij het oversteken je passen tot je voorbij de hindernis bent. Hierna stap je weer evenwijdig met de hindernis tot je aan de overkant van je herkenningspunt staat. De passen die je hebt geteld zijn dan gelijk aan het stuk dat je zou moeten gestapt hebben. Dan kan je weer verder doen!