Techniek Schatten | Terug
Er bestaan vele trucs om afstanden te schatten. Dit is vooral handig indien je bijvoorbeeld de breedte van een rivier moet schatten. Dit kan je nu eenmaal niet afpassen, dus moet je het met een techniek bepalen.
Methode van Napoleon
De persoon die schat plaatst zich aan de rand van de te bepalen breedte en zet zijn hoed op zijn hoofd, zodanig dat de rand samenvalt met de overzijde van de breedte. Hij draait zich en de 2e persoon stapt verder totdat de schatter net de schoenen van de 2e persoon kan zien. De afstand die de 2e persoon heeft gestapt is dan gelijk aan de breedte die men moest schatten.
Driehoeksmethode
Kies een herkenningspunt (A) aan de overkant van de te bepalen breedte. Plaats aan jouw kant een merkpunt (B), bijvoorbeeld een stok, loodrecht tegenover het herkenningspunt. Stap 5-10 meter verder en plaats een 2e merkpunt (C). Stap nogmaals dezelfde afstand en plaats daar een 3e merkpunt (D). Loop nu ter hoogte van merkpunt D loodrecht weg. Als je de punten A en C op één lijn ziet liggen, plaats je een 4e herkenningspunt (E). Stap de afstand tussen herkenningspunt E en D af en bepaal deze met behulp van je persoonlijke maten. Deze afstand is gelijk aan te bepalen breedte (X).
Pure wiskunde dus, heerlijk!
Rimpelmethode
Deze methode kan je gebruiken om de breedte van een rivier te bepalen. Plaats een stok (A) op de oever. Op die plaats laat je, zo dicht mogelijk tegen de oever, een zware steen in de rivier vallen. Dit veroorzaakt rimpels in het water. Hoe zwaarder de steen, hoe duidelijker de rimpel. Wandel langs de oever mee met de eerste rimpel. Hoe goed in het oog wanneer deze rimpel de overkant bereikt. Als dit gebeurt, stop je gelijktijdig met lopen en plant je daar opnieuw een stok (B) in de grond. Omdat de rimpel in een cirkel uitdijt, is de afstand tussen de twee stokken (A-B) gelijk aan de breedte van de rivier (B-C).
Let op! Deze methode is onnauwkeurig bij stromend water of wanneer er een fikse wind staat.
Potlootmethode
Je gaat op een bepaalde afstand van het te schatten voorwerp staan. Je neemt een potlood en houdt hem gestrekt voor je gezicht. Een 2e persoon staat naast het voorwerp. Je verplaatst je tot de 2e persoon vanuit jouw gezichtspunt even groot lijkt als het potlood. Kijk nu vanop dezelfde plaats hoeveel keer de lengte van het potlood in het te schatten voorwerp past. Indien de 2e persoon bijvoorbeeld 4 keer in het voorwerp komt, is de grootte van het voorwerp = lengte persoon x 4.
Neerklapmethode
Houd een potlood met gestrekte arm voor je uit en verplaats je tot het te schatten voorwerp van uit jouw gezichtspunt even groot lijkt als het potlood. Klap het potlood neer en laat een tweede persoon stappen vanaf het voorwerp tot aan het einde van je potlood. De afstand die de persoon heeft afgelegd is gelijk aan de hoogte van de boom.
Schaduwmethode
Met de schaduwmethode kan je de schaduw van het voorwerp dat je wil meten vergelijken met de schaduw van een voorwerp of persoon waarvan je de hoogte kent. Het eenvoudigst is om te werken met een stok die precies een meter boven de grond uitsteekt. Je kan deze methode uiteraard enkel toepassen op dingen die in de zon staan.
- Je boom (A) staat in de zon en heeft een duidelijke schaduw (B).
- Plant een stok (C) op een zonnige plekje naast de boom.
- Meet nu, met behulp van je persoonlijke maten, de stok (C), de schaduw van de boom (B) en de schaduw van de stok (D).
- Omdat de zon vanuit dezelfde hoek op de boom en de stok valt, zijn de hoeken van beide driehoeken gelijk. Dit betekent dat de verhouding tussen A en B hetzelfde is als de verhouding tussen C en D, dus dat A/B = C/D.
- De hoogte van de boom A is dus gelijk aan (B x C)/D.